Boeren, wetenschappers en activistische burgers vertellen in deze artikelenreeks over hun ervaringen met agro-ecologie. Boerin Jolke de Moel werkt en woont op de Kattendorfer Hof, een boerderij in Duitsland met 450 hectare grond. De boerderij heeft 80 medewerkers en rond de 1000 leden die wekelijks hun aandeel in de oogst op komen halen in één van de winkels of Coöp locaties. Maar hoe werk je goed samen met meerdere ondernemers en hoe houd je contact met alle leden in zo’n grootschalige CSA?
Geschreven door: Jolke de Moel
Contact tussen mensen is lang niet altijd even makkelijk. Zeker niet als afstanden, groepen, organisaties of bedrijven groter worden. Agro-ecologie gaat ook over contact. Contact tussen de mens en de wereld waarin de mens leeft. Niet op een afstand, niet los of erboven staand, maar er middenin. In contact met alles wat er op en in de Aarde leeft. We lijken welhaast vergeten te zijn dat wij afhankelijk zijn van de Aarde en van elkaar. Een van de doelen van Agro-ecologie is om dat contact weer te herstellen. En één van de bedrijfsvormen bij uitstek daarvoor is de CSA.
Agro-ecologie gaat ook over contact. Contact tussen de mens en de wereld waarin de mens leeft. Niet op een afstand, niet los of erboven staand, maar er middenin.
CSA staat voor Community Supported Agriculture, in Nederland ook wel gemeenschapslandbouw genoemd. Er zijn ondertussen duizenden CSA’s over de hele wereld, die samen miljoenen mensen van voedsel voorzien. En dus meestal ook van contact. Want een CSA wordt vaak mede georganiseerd door de deelnemers aan die CSA. Kort gezegd bestaat een CSA uit een langdurige samenwerking in de vorm van een lidmaatschap tussen een boerderij en een deelnemer. De boerderij produceert naar beste vermogen een seizoen of een jaar lang voedsel en de deelnemer neemt dit voedsel af in ruil voor een vaste bijdrage in geld en soms in arbeid. Vaak gaat het om relatief kleine tuinderijen, waarbij de deelnemers elke week naar de tuin komen om hun aandeel in de oogst van die week op te halen, soms ook zelf te oogsten. Dit levert veel contact op en veel mensen geven aan dat zo ‘boodschappen doen’ eerst even wennen was, maar daarna door jong en oud als een wekelijks hoogtepunt wordt gezien.
Er zijn echter ook grotere CSA’s. Het grootste voorbeeld is een samenwerkingsverband in Zuid Korea, Hansalim. Samen bedienen deze CSA’s 5% van de Koreaanse markt. De meeste deelnemers halen hun waren op in winkels, die door de coöperatie gerund worden. In Nederland zou je bijvoorbeeld Veld en Beek, Herenboeren en coöperaties zoals Bio Romeo grote CSA’s kunnen noemen. Zelf zit ik nu een stukje over de grens in Noord-Duitsland bij één van de grootste CSA boerderijen van Europa, Kattendorfer Hof. We pachten ongeveer 450 hectare, hebben zo’n 60 melkkoeien -waarvan alle kalveren in een pleegmoedersysteem op de boerderij opgroeien- een eigen kaasmakerij, varkens met eigen fokzeugen, vleesverwerking, veel graan en peulvruchten voor mens en dier, en bijna 20 hectare groenten en aardappelen. Om dat voedsel te verwerken en verdelen werken er ruim 80 mensen bij ons en komen de ongeveer 1000 leden hun aandeel ophalen in één van onze winkels of in hun coöperatieruimte.
Hoe hou je dan contact tussen de verschillende afdelingen op de boerderij en met de leden? Dat zijn twee verschillende vragen die bij ons elk jaar weer een belangrijke rol spelen.
Samenwerken met meerdere ondernemers in één bedrijf
Op netwerkbijeenkomsten in Nederland krijg ik vaak de vraag ‘Hoe doen jullie dat, met meerdere ondernemers samenwerken?’ Dat vooral deze vraag gesteld wordt geeft al een eerste indruk over hoe sterk ondernemer georiënteerd veel Nederlanders zijn, veel meer dan bijvoorbeeld Duitsers. Om deze vraag te beantwoorden is het dus ten eerste goed om je bewust te zijn van de basale verschillen in ondernemers- en bedrijfscultuur tussen Nederland en Duitsland. Grof gezegd is Nederland een sterk ondernemer georiënteerd land en Duitsland een sterk werknemer georiënteerd land. Een tweede belangrijk punt is in vrijwel alle landen en culturen hetzelfde: je hebt grofweg drie soorten mensen: ondernemers, medewerkers en werknemers.
Hoe mensen mede ondernemer kunnen worden in een bedrijf hangt mede af van de rechtsvorm van het bedrijf. Kattendorfer Hof heeft door de jaren heen verschillende samenstellingen en verschillende rechtsvormen gehad. Dat is een levend proces wat ook nu weer aan het veranderen is en waarbij er gezocht wordt naar een rechtsvorm die beter bij de aard van het bedrijf past. Op de Kattendorfer Hof is er vanaf het begin één duidelijke ondernemer geweest, oprichter Mathias von Mirbach. Door de jaren heen zijn daar verschillende ondernemer-partners (Gesellschafter) bij geweest. Veelal waren – en deels zijn – dit investeerders, die daarnaast ook een meer of minder actieve rol binnen het bedrijf hebben. Maar zoals zo vaak in onze bedrijfstak zijn er ook mensen die wel kennis en ervaring hebben, maar weinig geld. Zo zijn er Gesellschafter die door de jaren heen vrijkomende aandelen stukje bij beetje opkopen van een Gesellschafter die aandelen wil verkopen. Er zijn mensen die gelijk vanaf hun start op de boerderij aangeven als Gesellschafter deel te willen nemen. Maar er zijn ook medewerkers in een leidinggevende rol die na verloop van tijd aangeven mede vorm te willen geven, en zo stap voor stap een groeiende ondernemersrol op zich nemen.
Vaak zijn ondernemende ondernemers karaktervolle mensen die niet de beste samenwerkers zijn (…) Het is daarbij dus erg belangrijk om een basale overleg- en beslisstructuur te hebben.
Besluitvorming en het contact tussen de bedrijfsleiding, de afdelingen en de medewerkers wordt sinds een aantal jaren georganiseerd aan de hand van Sociocratie*. Dat leek mij eerst een omslachtige en ietwat wollige manier van doen, maar het blijkt op de lange termijn juist erg efficiënt en effectief. Sociocratie helpt ook bij het overdrachtsproces dat sinds een paar jaar in gang gezet is. Oprichter en pionierende ondernemer in hart en nieren Mathias is nu 65 en wil binnen een paar jaar weg uit het bedrijf zijn. Er zijn met het groeien van het bedrijf alsmede als bewust deel van het overdrachtsproces al veel taken en verantwoordelijkheden door anderen overgenomen. Toch is Mathias nog altijd de centrale figuur binnen de boerderij, en zal het de komende jaren duidelijk worden hoe de nieuwe leiders er samen voor zorgen dat het bedrijf ook één geheel is. Samen het overzicht en het gehele organisme zien en hoeden, dat is één van de grootste uitdagingen in een dergelijk proces. Als je vanaf het begin met verschillende ondernemers een bedrijf start, heb je een andere dynamiek dan als het bedrijf eerst één centrale figuur heeft. Vaak zijn ondernemende ondernemers karaktervolle mensen die niet de beste samenwerkers zijn, ook Mathias is niet de beste teamspeler. In ons geval moeten dus zowel de oprichter als de andere actieve Gesellschafter andere vormen van werken en samenwerken vinden. Simpel gezegd, in ons geval is het belangrijk dat de Gesellschafter meer ondernemer worden dan medewerker. Het is daarbij dus erg belangrijk om een basale overleg- en beslisstructuur te hebben en om actief aan teamontwikkeling te doen.
Wat is een goed ondernemersteam?
Een goed (ondernemers) team bestaat uit mensen met uiteenlopende karakters en talenten. De een is communicatief en sociaal heel sterk, een ander heeft meer oog voor structuur en er moet ook iemand op de cijfers en de wet en regelgeving passen. Als het even kan, let daarop bij het samenstellen van je team. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, je hoeft ook niet de beste vrienden te zijn om een goed team te zijn.
Hier in Kattendorf is er in het verleden bij toetredende partners te weinig gekeken of iemand de benodigde (ondernemers)vaardigheden heeft. Dat heeft de afgelopen jaren geleid tot het vertrek van een paar mensen en het toetreden van nieuwe mensen.
Je hoeft ook niet de beste vrienden te zijn om een goed team te zijn.
De vraag, samenwerken met meerdere ondernemers, hoe doe je dat? Is voor ons dus ook zeer actueel. Hoe verander je een organisatie die eerst door één persoon is geleid in een gelijkwaardig samenwerkingsverband? Is dat überhaupt mogelijk en wenselijk of is er toch één centrale figuur, één middelpunt nodig? Of heb je meer een soort boerderij papa of mama nodig? Het zijn vragen waar ook wij antwoorden op aan het ontdekken zijn.
Één van de lessen kwam toen Mathias een aantal ‘middelpunt’ activiteiten, zoals het leiden van de dagelijkse ochtendronde – werkbespreking, los liet. Deze ochtend ronde, waarbij de mensen die op de boerderij werken elkaar 15 minuten treffen om te vertellen wat ze die dag gaan doen en eventueel nodig hebben, werd door velen als een soms vervelend verplicht nummer ervaren en deze ronde is niet goed behouden. Blijkt dat iets relatief simpels als deze ronde toch erg belangrijk is als lijmmiddel om het geheel bij elkaar te houden.
Het is niet voldoende dat elk onderdeel, bijvoorbeeld de kaasmakerij of de akkerbouw, als team goed werkt, het is nodig om oog te hebben voor de verbondenheid, de kringloop, het zijn immers niet echt losstaande onderdelen. Verder kunnen kijken dan het deel of het team waar je zelf verantwoordelijk voor bent is dus ook erg belangrijk.
Contact met de leden
Als de CSA zo groot is dat de meeste leden hun aandeel niet op de boerderij ophalen, maar in een winkel in de stad, wat maakt dan dat je nog een CSA deelnemer bent in plaats van iemand die bijvoorbeeld lid is van Odin, of ‘gewoon’ de wekelijkse boodschappen (hopelijk nog wel bio) in een winkel koopt? Dit is op zich al een heel sturende vraag. Is het onderscheidende van een CSA dat de boer direct contact heeft met de eter? Voor sommige leden van een CSA is dit zeker het geval. Voor veel CSA boeren is het ook belangrijk. Het is echter niet het onderscheidende van een CSA, en zeker bij een grotere CSA is het belangrijk om dat niet te vergeten, vooral ook omdat het dus door velen als het wezen, de ziel van CSA voelt.
CSA is voor mij in wezen de meest praktische methode om een economische revolutie vorm te geven, dat is ook de grondleggende gedachte van de oprichter van Kattendorfer Hof. Een duurzame verbinding tussen boer en eter, zonder de verwoestende werking van ‘de handel’ ertussen, in solidariteit zorg dragend voor goed voedsel, gezonde bodem en respectvolle omgang met dieren en mensen. Onderling direct contact is daar wel een wezenlijk onderdeel van, als alternatief voor de anonimiteit van de supermarkt en industrieel geproduceerd eten waarbij geen enkel gevoel komt kijken.
De drempel lager maken voor mensen om de stad uit te komen en de boerderij te bezoeken. Want dat blijft nog altijd één van de beste manieren om zichtbaar te maken wat er allemaal bij komt kijken om dat eten op je bord te krijgen.
Mooi, maar hoe doe je dat dan? In grote lijnen net zoals veel andere bedrijven dat proberen te doen. Een wekelijkse infobrief aan de leden, waarbij niet alleen de oogst vermeld staat maar ook wat korte info over het wel en wee op de boerderij, een nieuwsbrief, een website, sinds kort ook Instagram. Regelmatige ‘hoftreff’ bijeenkomsten, fysiek of digitaal, rondleidingen, gezamenlijke samen werk – oogst dagen en natuurlijk minimaal één keer per jaar een groot boerderijfeest, in ons geval is dat het jaarlijkse ‘Erdbeerfest’ eind juni.
Bovenal vertegenwoordigen de winkelmedewerkers het contact tussen eter en boer. Het is aan de winkelmedewerkers om waar mogelijk het gevoel van boer en boerderij dichterbij te brengen en om de drempel lager te maken voor mensen om de stad uit te komen en de boerderij te bezoeken. Want dat blijft nog altijd één van de beste manieren om zichtbaar te maken wat er allemaal bij komt kijken om dat eten op je bord te krijgen. En dan hopelijk ook daarmee beter inzichtelijk te maken waarom het belangrijk is om op een andere manier met ons voedselsysteem om te gaan.
*De sociocratische kringorganisatiemethode (SKM) is sinds de jaren 1970 ontwikkeld door Gerard Endenburg. De methode is gebaseerd op vier basisregels:
- besluitvorming op basis van consent
- een organisatie opgebouwd uit kringen
- verbinding tussen twee kringen met een ‘dubbele koppeling’
- taaktoedeling volgens een sociocratische verkiezing
Een belangrijke voorwaarde om gelijkwaardig mee te besluiten is de openheid van informatie.
Bron: Wikipedia