Puur plantaardig bij vegan boer Isaäc Bos
In deze interviewreeks brengen we boeren en tuinders van onze 5 lidorganisaties in beeld. Dit keer het netwerk Biocyclische-veganlandbouw. Dit netwerk staat voor een biologische plantaardige landbouwmethode waarin geen productiedieren aanwezig zijn en waarin er geen gebruik wordt gemaakt van dierlijke restproducten zoals dierlijke mest. Isaäc Bos is bij dit netwerk aangesloten.
In de uitgestrekte polder van de Haarlemmermeer, in het dorp Weteringbrug, runt Isaäc Bos zijn bijzondere akkerbouwbedrijf “De Strokenboerderij”. Dit 21 hectare grote bedrijf onderscheidt zich op meerdere vlakken van traditionele akkerbouwbedrijven, maar de kern van Isaäc’s aanpak is duidelijk: hij teelt volledig biologisch én plantaardig. “We hebben die dierlijke mest echt niet nodig,” vertelt Isaäc met overtuiging. Al sinds 2020 werkt hij zonder dierlijke producten en richt hij zich op biocyclische-veganlandbouw, een manier van werken die niet alleen milieuvriendelijk is, maar ook bijdraagt aan de biodiversiteit.
Tekst: Lotte Opdam
Foto’s: Saskia van Gelderen
Een nieuwe weg: biologisch en vegan
Isaäc groeide op op het akkerbouwbedrijf van zijn ouders en werkt er al dertig jaar samen met hen. Het idee om biologisch te gaan boeren zat al langer in zijn hoofd, maar het was pas in 2018 dat hij de sprong waagde. Eenmaal begonnen met een biologisch hoekje van het perceel, kwam hij in aanraking met strokenteelt, een vorm van landbouw waarin gewassen in stroken worden geteeld om de biodiversiteit te vergroten en plagen tegen te gaan.
Daarnaast volgde Isaäc een cursus bij Demeter, maar daar liep hij tegen een dilemma aan: “Demeter is gebaseerd op een gemengd bedrijf met verplicht dierlijk element. Maar ik wilde juist geen koeien meer betrekken bij mijn bedrijf.” Het bleek niet te passen bij zijn wens om onafhankelijk en volledig plantaardig te boeren. Dit bracht hem bij de biocyclische-veganlandbouw, een systeem waarin plantaardige bemesting centraal staat en er geen gebruik wordt gemaakt van dierlijke producten. Voor Isaäc was dat de juiste keuze. “Ik ben toen meteen doorgegaan met veganistisch telen.”
“We hebben die dierlijke mest echt niet nodig”
Een unieke aanpak
Wat De Strokenboerderij echt uniek maakt, zijn de vijf belangrijke teeltwijzen die Isaäc toepast: niet-kerende grondbewerking, biologische teelt, vaste rijpaden, volledig plantaardige bemesting en het zogenaamde “triplet”-strokenteelt systeem. In dit systeem worden er drie gewassen tegelijk geteeld op een perceel. “Triplet betekent dat we drie gewassen bij elkaar hebben staan, met een rotatie van één op zes,” legt Isaäc uit. “Eén van de drie gewassen is altijd een groene dooradering, zoals een bloemenrand of vlinderbloemigen, om de biodiversiteit te bevorderen.”
De gewassen die hij teelt variëren van pompoenen en zomertarwe tot erwten en bonen. De groene dooradering zorgt voor een ecologische buffer, wat helpt bij het afweren van plagen en het verbeteren van de bodemkwaliteit. “We werken toe naar een systeem van vijf jaar gewassen en één jaar groene dooradering,” vertelt Isaäc enthousiast.
Naast de innovatieve manier van telen werkt Isaäc met plantaardige mest. Het gras dat hij van een aannemer krijgt, wordt een jaar lang opgeslagen in ronde balen en daarna over de akkers verspreid. Dit gras bevat belangrijke mineralen en geeft deze vervolgens weer af aan de bodem. Het is een natuurlijke en circulaire manier van bemesten, geheel zonder dierlijke producten.
De uitdagingen van vegan landbouw
Hoewel Isaäc volledig achter zijn keuze voor vegan landbouw staat, geeft hij toe dat er grote uitdagingen zijn. Een van de grootste uitdagingen is het sluiten van de kringloop op het bedrijf. “Er gaan nog steeds veel mineralen verloren,” vertelt hij. Isaäc droomt van een toekomst waarin menselijke mest een rol kan spelen in het sluiten van de kringloop, maar voor nu is dat nog ver weg.
Ook op maatschappelijk vlak ervaart Isaäc weerstand. “Andere boeren vinden het soms moeilijk, vooral veehouders. Zij voelen zich aangevallen op hun bedrijfssysteem,” zegt Isaäc. Hij merkt op dat er onder boeren verschillende reacties zijn: sommigen zijn geïnteresseerd, anderen kijken het een beetje af, en weer anderen staan er juist sceptisch tegenover. “Weinig buren zeggen echt dat we goed bezig zijn,” geeft hij toe. Toch ziet hij wel dat er in de samenleving ook veranderingen plaatsvinden. “Er is een groeiende groep geïnteresseerden.”
“Het is pionieren, maar ik geloof dat dit de toekomst is.”
Toekomstplannen en samenwerking
Ondanks de uitdagingen blijft Isaäc positief en kijkt hij vooruit naar de toekomst. Hij heeft diverse plannen voor zijn bedrijf, waaronder een uitbreiding van de lokale afzet en het opzetten van een verwerkingsruimte. “Als ik een verwerkingsruimte heb, zou ik graag samenwerken met iemand die plannen heeft voor een CSA (Community Supported Agriculture),” vertelt hij. Ook werkt hij aan een experimenteel perceel helemaal zonder mest en hoopt hij op een agroforestry-project van vijf hectare op grond van de provincie. “We hebben inmiddels windsingels aangeplant en willen daar in de toekomst strokenteelt tussen,” legt hij uit. “Beschermende schaduw zorgt ervoor dat bepaalde gewassen beter gedijen.”
Toch zijn er ook zorgen, vooral met betrekking tot de korte pachtcontracten die hij heeft. “Dat blijft spannend, helemaal als je bomen plant,” zegt Isaäc. Hij hoopt dat er in de toekomst meer zekerheid komt voor boeren die investeren in langdurige projecten zoals agroforestry.
Hoewel hij geen grote promotor is van zijn eigen werkwijze, deelt Isaäc zijn kennis graag met anderen. Er is een kleine cursus opgezet over plantaardige bemesting en af en toe komt er een boer langs die interesse toont in zijn aanpak. “Het is pionieren, maar ik geloof dat dit de toekomst is. We staan nog aan het begin, maar ik zie wel dat er steeds meer interesse komt. Dat geeft hoop.”