Over het Nyeleni forum en wat wij kunnen doen voor systeem verandering.
Door: Jolke de Moel.
Jolke geeft op de Boerenlandbouwconferentie 2026 een workshop over dit thema.
Meer dan 50 organisaties, meer dan 100 landen, meer dan 700 mensen.
In september 2025 werd in Kandy, Sri Lanka, het derde wereldwijde Nyeleni Forum gehouden. De vorige keer, in 2015, ging het erom agro-ecologie sterker op de agenda te zetten. De Nederlandse Federatie van agro-ecologiche boeren heeft de verklaring die daaruit kwam als uitgangsdocument gekozen en het begrip en de praktijk van agro-ecologie is sterk aan het groeien. Dit keer staat op de agenda niets minder dan systeem verandering.
Het resultaat: een gezamenlijke verklaring en politiek actie plan.
De Kandy Declaration roept mensen en bewegingen overal ter wereld op om gezamenlijk op te trekken voor het verdedigen en versterken van de commons, democratie, dekolonisatie, solidariteit, vrijheid, gelijkheid, waardigheid, inclusiviteit, gemeenschappelijkheid en om nationale en mondiale besluitvorming zo te transformeren dat het de aarde en de mensheid dient in plaats van economische groei en winstbejag.
Dat klinkt mooi, maar hoe dan?
Ik mocht erbij zijn als deel van de Urgenci delegatie. Urgenci is het internationale netwerk voor alle vormen van regionale en lokale partnerschappen gebaseerd op solidariteit en agro-ecologie, waaronder meest bekend de CSA – community solidarity agriculture – initiatieven. Andere deelnemende organisaties waren bijvoorbeeld La Via Campesina (waar Toekomstboeren deel van is), RIPESS, Artsen zonder Grenzen, TNI en Friends of the Earth. Boeren, vissers, feministen, academici, oorspronkelijke bewoners, herders en mensenrechtenactivisten. We kwamen samen omdat we het allemaal eens zijn dat het dringend noodzakelijk is dat we zoveel mogelijk onze krachten bundelen en samenwerken. Dat het geweld van de grote multinationals, de lobbyisten van de fossiele industrie – die ‘gewoon’ deel uitmaken van de officiele regeringsdelegaties naar bijvoorbeeld de internationale klimaatconferentie – en de wereldhandelsafspraken het steeds moeilijker maken voor mensen overal ter wereld om eerlijk en echt eten te kunnen produceren en consumeren. Dat dit geweld niet alleen onze toegang tot land en voedsel bedreigd, maar ook een toenemende bedreiging vormt voor ons recht op privacy en zelfbeschikking, onze autonomie en soevereiniteit. En dat het daarom hoogste tijd is om ons weer te herinneren aan hoeveel we zelf kunnen doen, en hoeveel we kunnen bereiken als we er weer in vertrouwen dat datgene wat we doen een verschil maakt, en dat juist het bundelen van die vele kleine beetjes ons sterk genoeg maakt om systemen te veranderen.
Dat dit ook voor ons relevant is wordt helaas steeds duidelijker. Glyphosaat mag de komende 15 jaar nog gebruikt worden – ondanks onbetrouwbare onderzoeksresultaten – de klimaat top in Belém heeft wederom tot vrijwel niets geleid en de nieuwe regels voor New Genomic Techniques geven ruim baan aan genetische manipulatie en het aanvragen van patenten op natuurlijke eigenschappen.
De argumenten die voor deze ontwikkelingen ingezet worden zijn op zijn minst krom, en dienen het instand houden van het systeem waarvan we weten dat het de oorzaak is van de meeste moeilijkheden en misstanden. De woorden die gebruikt worden komen deels uit onze koker. Regeneratieve landbouw en andere termen worden gekaapt door de industrie om deze een groen sausje te geven. En met succes! Politiek en maatschappij hebben vaak geen idee van wat de gevolgen zijn van de mooie lobby praatjes en kijken vooral naar de korte termijn voordelen voor zichzelf.
Tijd dus om ook in Nederland verder de handen ineen te slaan om gezamenlijk op te trekken voor verandering. Gelukkig gebeurd er al heel veel. De Federatie van agro-ecologische boeren bijvoorbeeld is om deze reden opgericht en er zijn nog veel meer initiatieven die mensen en bewegingen verbinden. Zo zijn er de Caring Farmers en andere Caring groepen, vele regionale en lokale voedsel verbindingen, er is Bionext en de Transitiecoalitie Voedsel, en recent nog weer GroenGezond, 42 organisaties waaronder veel van bovenstaande, die samenkomen voor een beter voedselsysteem.
Dat klinkt mooi, maar het is nog niet genoeg. We weten dat we samen sterker staan, maar we zijn te vaak nog vooral met onszelf bezig en krijgen het tot nu toe nog niet voor elkaar om voldoende samen te werken om echt invloed te hebben. Waarom is dat nou zo moeilijk?
Het lijkt typisch Nederlands te zijn dat we ons graag zelf in ons eigen clubje organiseren, de vroegere verzuiling in een nieuw jasje. Maar ook tijdens het Nyeléni forum was één van de meest gehoorde zinnen een variant op: “We moeten en willen samenwerken voor systeemverandering, maar onze mensen, onze belangen, zijn nog niet duidelijk genoeg vermeld”.
We vinden allemaal diversiteit belangrijk, maar hebben er vaak toch moeite mee als iemand anders is. Niet vanwege huidskleur of geaardheid, maar vanwege een ander karakter, een andere manier van met iets of iemand omgaan bijvoorbeeld. Toch is het vermogen om samen te werken op overkoepelende thema’s ook typisch Nederlands. De verzuiling maakte het ook juist mogelijk om op het gebied van handel samen te werken en gaf ons in het buitenland de reputatie een vrij en tolerant land te zijn. Niet dat ik die verzuiling of de VOC mentaliteit terug wil, juist niet. Maar het geeft wel aan dat ook wij kunnen samenwerken met respect voor de verschillen, met respect voor onze diversiteit. Misschien kan een vorm van moderne interne verzuiling ons helpen om naar buiten toe gezamenlijk op te trekken?
Ik ben benieuwd hoe we diversiteit en inclusiviteit in onze netwerken verder vorm gaan geven. Hoe we leren om, net als in de natuur, onze verschillen te gebruiken om ons sterker en veerkrachtiger te maken in plaats van zwakker. Hoe we drempels overgaan en elkaar vinden op de brink, de ruimte die we allemaal delen en die gevuld is met mensen die zich vol hart en ziel inzetten voor eerlijk en echt eten voor iedereen.




